Er zitten maar elf maanden tussen de release van Lover en de onverwachte opvolger, maar het voelt aan als een eeuwigheid. Op folklore, geschreven en opgenomen tijdens de eerste maanden van de wereldwijde pandemie, werkt de dertigjarige singer-songwriter samen met Aaron Dessner van The National en trouwe partner Jack Antonoff voor een collectie introspectieve en relatief sober geproduceerde bedroompop die uit een andere wereld lijkt te komen dan zijn voorganger. Als Swift op ‘the 1’ klaaglijk pianospel vermengt met haar bekende levendige voordracht, die aftrapt met ‘I’m doing good, I’m on some new shit’, dan ligt de gedachte voor de hand dat ze een update geeft over haar leven tijdens de quarantaine, of verwijst naar een hogere gevoeligheidsgraad. Maar Swift heeft haar aanzienlijke energievoorraad aangewend om nummers te schrijven waarin ze korte verhalen en karakterstudies schetst, van Proustiaanse terugblikken (‘cardigan’, dat raakvlakken vertoont met Lana Del Rey), tot verstoten weduwes (‘the last great american dynasty’) en gedoemde relaties (‘exile’, een zwaarmoedig duet met Justin Vernon van Bon Iver). Het is een gestructureerd album vol verbeeldingskracht. ‘Your braids like a pattern/Love you to the moon and to Saturn’, zingt ze op ‘seven’, een verhaal over twee vrienden die een ontsnapping plannen. ‘Passed down like folk songs, the love lasts so long’. Voor een songwriter die al zoveel rijke details heeft gehaald uit haar leven in de spotlights, is het niet zo verwonderlijk dat ze uiteindelijk inspiratie zou putten uit isolatie.
Andere versies
Muziekvideo's
Extra audiomateriaal
Extra videomateriaal
- Aaron Dessner
- 2017