

Dat DDT is vernoemd naar een pesticide is niet toevallig: de Russische band was in de jaren 80 een luis in de pels van ‘s lands machtshebbers. De band van het inmiddels enige overgebleven originele lid Yuri Shevchuk (1957) moest letterlijk underground gaan: optreden in het geniep, clandestien cassettes verspreiden, musiceren zonder inkomsten. Pas na invoering van de perestrojka kon de gepassioneerde folkrock van de geëngageerde volksjongens open en bloot worden omarmd – en groeiden diverse songs uit tot anthems van een nieuwe, hoopvolle generatie Russen. In de jaren 90 beleefden Shevchuk en de zijnen commerciële hoogtijdagen, maar in de nieuwe eeuw bleek er alsmaar minder ruimte binnen de Russische popindustrie te zijn voor DDT’s onopgesmukte hartenkreten en dook Shevchuk schouderophalend weer de underground in.