In het Thaise genre luk krung fonkelen de strijk- en blaasinstrumenten zo teder, zwieren de melodieën zo zachtmoedig en zijn de vocalen zo gepolijst dat deze muziek ook decennia later, en duizenden kilometers verwijderd van de oorsprong, zijn uitwerking niet mist. In de jaren 60 en 70 bereikte de door crooners, dromers en dichters bevolkte stijl zijn hoogtepunt. Nu nog is hoorbaar dat hoe beheerst en stemmig alles ook is uitgevoerd, er een zee aan diepe verlangens en melancholie in deze songs kolkt.