My Life

My Life

Op haar debuutalbum What’s the 411? combineerde Mary J. Blige intieme R&B met een jeugdige hiphopgeest. Op de opvolger My Life uit 1994 was de toen 23-jarige Blige nog persoonlijker, puttend uit haar depressie, worstelingen met drank en drugs, ervaringen met huiselijk geweld, verbroken relaties en spirituele bewustzijn. Ze nam het album op toen ze nog nauwelijks was bekomen van haar doorbraak. Het ene moment woonde ze in een sociale woning in Yonkers (een stad in de Amerikaanse staat New York), het andere moment was ze een wereldster. Een belangrijke medewerker aan het album was Chucky Thompson, die deel uitmaakte van het productieteam The Hitmen bij Bad Boy Records. Hij voorzag de beats van funksamples, terwijl Blige haar door gospel beïnvloede gratie en bravoure leverde. Die mengeling bereikte een hoogtepunt op ‘My Life’, waarop Blige melancholisch en introvert zingt over een sample van ‘Everybody Loves the Sunshine’ van Roy Ayers. De belangrijkste boodschap van het album verschijnt in het slotnummer, waarin Blige ‘All I really want is to be happy’ zingt, begeleid door de plukkende bas van Curtis Mayfields ‘You're So Good to Me’. Blige vervolgt: ‘I don’t wanna have to worry about nothin’ no more.’

Kies een land of regio

Afrika, Midden-Oosten en India

Azië, Stille Oceaan

Europa

Latijns-Amerika en het Caribisch gebied

Verenigde Staten en Canada