Council Skies

Council Skies

Het derde album van Noel Gallagher’s High Flying Birds, Who Built The Moon? uit 2017, kwam uiterst spontaan tot stand. Dat was een openbaring voor leadzanger Noel Gallagher. Het was verboden om de studio binnen te komen met reeds uitgeschreven nummers. De opdracht was om te luisteren naar muziek, op ideeën te komen en die dan in jamsessies uit te werken. “Er ging een creatieve bom af”, vertelde Gallagher destijds aan Apple Music. Hij wilde de opvolger op dezelfde manier maken. Maar het liep anders: “De pandemie brak uit.” Daardoor was jammen in de studio onmogelijk. Gallagher schreef het vierde album thuis, op zijn akoestische gitaar. Geleidelijk ontstond zo Council Skies, dat hij in de Lone Star Studios produceerde en opnam. Hij bouwde die studio in Londen zelf tijdens de lockdowns. Het was een beklemmende tijd, maar toch bleef hij op zoek gaan naar muzikale avonturen. Zo is ‘Pretty Boy’ een staaltje krautrock met een bijdrage van Johnny Marr. Het titelnummer is een hommage aan sociale woningbouw met uit bossanova ontleende gitaarakkoorden en digitale gongs. Andere nummers doen denken aan de midtempo anthems van Oasis, zoals ‘Easy Now’. En de delicate ballad ‘Dead To The World’ kan niet los worden gezien van het moment waarop de song werd geschreven. “De pandemie was van invloed op de sfeer en klank van het album”, zegt Gallagher. “Die situatie versterkte de bedachtzame aard ervan. Ik dacht na over wat er was gebeurd en waar we met zijn allen heen gingen. Je kunt daar een dubbele betekenis in zien, want die vragen gaan ook op voor relaties.” Misschien droeg dat er ook aan bij dat hij zijn openhartigste songteksten ooit schreef. “Zoals bij de meeste mensen het geval was, kwam ik anders de pandemie uit dan hoe ik eraan begon. Ik had ‘Dead To The World’ en ‘Think Of A Number’ niet kunnen schrijven als bepaalde dingen in mijn privéleven niet waren gebeurd. Ik ben niet meer bang om over zware tijden te schrijven. Daar put ik steun uit. En ik kan er ook anderen mee helpen, want die maken dezelfde dingen mee.” Hieronder vertelt de singer-songwriter meer over de nummers op Council Skies. I’m Not Giving Up Tonight “‘I’m Not Giving Up Tonight’ begon als een nummer dat ik schreef voor Who Built the Moon?, genaamd ‘Daisies’. Dat kreeg ik maar niet af. Het was nogal elektronisch en klonk als Franse muziek. Ik hield van de akkoorden in het nummer. Ik stoeide er maandenlang mee en bereikte niets. Op een middag greep ik thuis naar mijn gitaar en schudde ik deze song uit mijn mouw. Ik kan niet verklaren hoe zulke dingen gebeuren. Het valt als het ware uit de lucht. Het nummer gaat over opstandigheid. Daarom leek het me een goed idee om het album hiermee te openen. De kans dat ik dit nummer live ga spelen is zo ongeveer nul procent, want het is echt godsonmogelijk om te zingen. Ik had minstens twintig pogingen nodig.” Pretty Boy “De demo van dit nummer was de eerste die ik opnam. Ook was dit het eerste nummer dat helemaal was afgerond. Daarom leek het me logisch om dit als eerste single uit te brengen. Ik zal niet liegen, ik dacht: als mensen horen dat ik alweer een drummachine gebruik, ga ik baden in hun tranen. Ik schroom niet om mijn publiek uit te dagen, maar aan de andere kant wil ik ook bij hen betrokken zijn. Dat houdt ze alert. Als je al 30 jaar muziek maakt en toch nog de vraag oproept of iets acceptabel is, dan doe je het helemaal niet zo slecht. Ik trap niet in de verleiding om keer op keer ‘Little by Little’ [een nummer van Oasis] te herschrijven. Ik daag mezelf ook uit.” Dead To The World “Op een stille avond was ik in de studio en speelde ik twee akkoorden die ik nog nooit eerder had gespeeld. Dat zette de toon. Dit nummer is heel melancholisch. Het is een persoonlijk nummer en daarvan maak ik er niet veel. Althans, ik geef niet toe dat ik die vaak maak. Het nummer spreekt voor zichzelf. Als ik in Argentinië ben, verblijf ik altijd in hetzelfde hotel. Dan staan er 24 uur per dag fans buiten het hotel, die nummers van Oasis zingen. En ze zingen foute songteksten. Op een avond hoorde ik het weer en kwam er een songtekst in me op. In de eerste versie schreef ik: ‘You can learn all the words, but you’ll still get them wrong’. [‘Je kan alle woorden leren, maar je doet het nog steeds fout.’] Toen ik het nummer opnam zong ik om een of andere reden ‘change’ [‘veranderen’]. Dit nummer is voor die gasten in Argentinië.” Open The Door, See What You Find “Als mensen het volhouden tot het refrein, zullen ze dat fantastisch vinden. Tijdens het schrijven dacht ik: oké, de strijkers zijn geweldig, dat past wel. En de coupletten zijn… Tja. Maar het refrein is als een straal zonlicht. Als het nummer al ergens over gaat, dan gaat het over in de spiegel kijken en jezelf accepteren. Er is een gezegde dat je, als je in de 50 bent en in de spiegel kijkt, volledig ziet wie je bent en wat je nog gaat worden. Vandaar de tekstregel ‘I see all that I will ever know’. [‘Ik zie alles wat ik ooit zal weten.’] Je ziet jezelf, je ziet alles wat je nog gaat worden en je hebt daar vrede mee.” Trying To Find A World That’s Been And Gone Pt. 1 “Tijdens de lockdowns vroeg ik me af hoe het zou zijn als die periode eindelijk over zou zijn. Als je weer mensen mag ontmoeten. Het waren vreemde dagen. Ik zat eindeloos thuis, in de stilte. Ik gaf les aan mijn kinderen. En dan was er zoveel flauwekul, zoals theorieën over samenzweringen. Het nummer heeft een dubbele betekenis, want het kan ook over een geliefde gaan, of over een relatiebreuk. Het is ‘Pt. 1’ [deel 1] omdat er ook een tweede deel was waarin de drums invallen en het geluid grootser wordt. Maar in de studio had ik een helder moment en besloot ik terug te grijpen naar de demoversie. Deze kortere versie van twee minuten vind ik betekenisvoller.” Easy Now “Ik voerde een lang telefoongesprek met Dave Gilmour [van Pink Floyd]. Ik zei: “Ik heb een nummer geschreven dat doet denken aan het geweldige Pink Floyd. En ik vroeg me af of je een van je opbeurende gitaarsolo’s wilt spelen.” Hij zei: “Kijk, ik vind het een goed nummer, maar ik denk niet dat ik zulke dingen nog kan doen.” Eerlijk waar: ik heb aan de telefoon gesmeekt, maar ik kreeg hem niet zover. Het was midden in de pandemie en iedereen deed aan sociale onthouding. Het zou toch al zo goed als onmogelijk worden. Ik zei tegen mijn coproducent [Paul “Strangeboy” Stacey], die ook een geweldige gitarist is: “Dan moet jij maar Dave Gilmour nadoen.” Dat heeft hij gedaan.” Council Skies “Ik was op Ibiza en daar komen misschien de sfeer en het ritme vandaan. Ik had de melodie geschreven, maar nog geen woorden. Vaak schrijf ik eerst het refrein en dan de rest. Als ik een refrein heb, dan komt het couplet vanzelf. Toen ik terug was in Engeland, zag ik het boek Council Skies [van schilder Pete McKee] op een plank onder de salontafel. Toen had ik dus de titel: Council Skies. Dat leidde tot een gedachtestroom: oké, onder de hemel van de sociale woningbouw… Het nummer gaat over zoeken naar liefde in zo’n omgeving. Je zoekt naar schoonheid in de grote, slechte stad. In het intro speel ik op digitaal gestemde gongs. Het lijkt wel progrock, hè? Mijn hele leven bestaat uit muziek, dus ik koop allerlei muziekinstrumenten, ook oude troep. Zo kwam ik aan een digitaal percussie-instrument. Ik wist niet eens dat er gestemde gongs in zaten.” There She Blows! “Ik heb geen idee waarom ik een nummer zou schrijven over zeevaart. Ik was in Los Angeles en werkte aan een ander project met Dave Sardy [een producer]. Op de boekenplank in het hotel stond Hemingway’s De oude man en de zee. Natuurlijk heb ik dat niet gelezen, maar ik vermoed dat dit nummer iets van doen heeft met dat boek. Toen de documentaire Get Back verscheen, was ik blij dat werd blootgelegd dat The Beatles hun nummers op een willekeurige en improviserende manier schreven. George zegt: “Oh, ik zit vast met dit nummer.” De rest zegt: “Verzin gewoon wat. Schrijf het eerste op wat in de ochtend in je opkomt.” Ik zeg: “Dat doe ik verdomme ook!” Ik heb zo ongeveer iedereen ontmoet, op Bob Dylan na, en je beseft dat ze hetzelfde zijn als jij, met uiteenlopende hoeveelheden talent. Het zijn allemaal alledaagse gasten die naar succes streven. Niemand is beter dan een ander. We bluffen maar wat. Negen van de tien keer probeer je gewoon van alles uit en zie je wel wat lukt. En je probeert het te laten rijmen.” Love Is A Rich Man “Ik kan niet geloven dat ik dit ga zeggen, maar ik schreef dit tijdens een fietstochtje. Ik heb een huis op het platteland en ik reed met een fiets over een landweg. Het klinkt als de muziek van David Bowie in de jaren 80. Het bevat zelfs een marimba, het is toch niet te geloven? Het is een merkwaardig nummer, maar ik hou ervan. De achtergrondvocalen en het refrein zijn geweldig, de gitaren zijn briljant.” Think Of A Number “Dit is een tamelijk persoonlijk nummer en het is behoorlijk somber. Daarom dacht ik: kan dit het openingsnummer zijn? Eigenlijk had ik dat moeten doen. Ik hou van de songtekst en het is episch. Er zijn drie breaks met solo’s: een pianosolo, een gitaarsolo en een andere instrumentale solo. Grappig genoeg speel ik op bas. Dat deed ik samen met Chris Sharrock [een drummer]. Ik zei: “Het gaat klinken als iets van XTC of Bowie en zulke new wave.” Hij bedacht de drumbeat, ik de baslijn en daar bouwden we op voort.” We’re Gonna Get There In The End “Ik schreef het nummer tijdens de lockdowns en zette het op YouTube. Het was een cadeau aan mijn fans. Iedereen vond het geweldig. Wie had dat gedacht? Toen ik het album maakte, vroegen de mensen van het label: “Komt dit er niet op? Iedereen houdt van dat nummer.” Ik zei: “Helaas is er één persoon in de wereld die er niet van houdt en dat ben ik. Ik zet geen jengelend britpopnummer in het midden van een bedachtzaam en melancholisch album.” Toch nam ik het op en het klonk prima. Ik dacht: oké, ik moet het live spelen, dus ik zet het erop als bonusnummer. Niemand brengt nog B-kantjes uit, maar we kunnen dit beschouwen als een van de beste B-kantjes uit mijn carrière.”

Kies een land of regio

Afrika, Midden-Oosten en India

Azië, Stille Oceaan

Europa

Latijns-Amerika en het Caribisch gebied

Verenigde Staten en Canada