Zet zanger Camarón de la Isla, meestergitarist Paco de Lucía en zijn jongere discipel Tomatito bij elkaar en het resultaat is minstens zinderende flamenco met de grootst mogelijke intensiteit. Als ze dan ook nog hun avontuurlijke muze volgen − bijvoorbeeld door bassist Carles Benavent opvallende, uit de new wave geplukte effecten te laten spelen en Latijnse percussie ('Caminando') in te voegen − dan krijg je nuevo flamenco met een ongekende levendigheid en ongeëvenaarde inventiviteit. Kortom, dan krijg je Calle Real (1983).